De Islam
Islam betekent onderwerping of overgave aan de wil van God (Allah), degene die als het enige het recht heeft om aanbeden te worden.
Iemand die zich dus overgeeft aan de wil van Allah wordt een moslim genoemd. Het woord moslim betekent: iemand die gehoorzaam is aan Allah, maar het betekent ook iemand die vredelievend is.
Allah zegt in de Koran:
“Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de Islam voor u als religie gekozen” (surah 5 vers 3)
Pilaren van de Islam
De Islam steunt op vijf pilaren, deze pilaren zijn als de fundering van een huis. Wanneer je een van de funderingen weghaalt stort het huis in.
De vijf pilaren zijn essentieel in het leven van een moslim en elke moslim dient te voldoen aan deze vijf pilaren
De vijf pilaren van de Islam zijn
Om de Islam te betreden dient men de shahada af te leggen, oftewel de geloofsgetuigenis:
“Ashadou an La-ilaha Illallah wa ashadou ana Muhammadan Rasoulallah”
Dit betekent: Ik getuig dat er geen God is dan Allah en dat Mohammed zijn dienaar en profeet is.
Alleen het uitspreken met de mond van deze getuigenis heeft geen waarde. Dit houdt in dat men de getuigenis niet accepteert door het enkel uit te spreken, maar dat men er met zijn hart in gelooft dat Allah één is en dat Hij geen deelgenoten kent. Hiernaast dient men er met zijn hart in te geloven dat Mohammed Zijn profeet is.
Naast het uitspreken van de getuigenis, dient men eerst te geloven in: de eenheid van God, de Engelen, de geopenbaarde boeken (de rollen van Abraham, de Thora, de Psalmen, het Evangelie en de Koran), de profeten en boodschappers, de Wederopstanding en de Dag des Oordeels en de Voorbeschikking. Deze 6 punten worden ook wel de zes zuilen van geloof (Imaan) genoemd.
Het gebed wordt vijf keer per dag verricht. Voor zonsopgang, het midden van de dag, de namiddag, de avond en ‘s nachts.
Tijdens het gebed onderwerp je je aan je Heer met toewijding, in herinnering, dank zeggend en vragend om vergiffenis.
Er worden verzen uit de Koran gereciteerd met bepaalde fysieke bewegingen om je lichaam en geest te zuiveren en om zo gedurende de dag in direct contact te komen met je Schepper.
Behalve de vijf tijden van de verplichte gebeden die over de dag en nacht verspreid zijn, zijn er de jaarlijkse feestgebeden, de wekelijkse vrijdaggebeden en de dagelijkse vrijwillige gebeden voor alle volwassen mannen en vrouwen.
Al deze gebeden bestaan uit een verplicht deel en een deel naar keuze waarvan je de onderdelen met wat inzet gemakkelijk kunt leren en uitvoeren. Dit is je eeuwige bereidheid tot vrijwillige onderwerping aan Allah’s bevelen voor eigen bestwil zonder enige bemiddeling: Je hebt niemand nodig om voor jou te bemiddelen bij Allah of om voor jou gebeden te verrichten.
De derde verplichte zuil is de armenbelasting (zakaat) en heeft invloed op het economisch welzijn en spirituele opleving van de mens. Het netto spaargeld van iedere moslim behoort niet alleen hem en zijn familie toe, maar eveneens de behoeftigen, de armen en zes andere sociaal zwakkere groepen, zoals voorgeschreven in de koran.
Dit wordt betaald uit 2,5% over de nettospaargelden (wanneer deze boven een bepaalde drempel komen) en geldt voor contanten, juwelen, voorraden enzovoorts, welke je minimaal een jaar in bezit hebt.
De zakaat zuivert je vermogen en helpt het vestigen van economisch evenwicht en sociale veiligheid. Moslimstaten zijn verplicht de zakaat te verzamelen en te verdelen, maar elders is het de plicht van de moslims zelf om deze zakaat gedurende het jaar te verzamelen en vervolgens te verdelen aan de zakaatgerechtigden.
In de maand Ramadan is het vasten vanaf zonsopgang tot zonsondergang verplicht voor alle moslims. In deze maand onthoud je jezelf van eten, drinken en seksuele gemeenschap en vermijdt je onzinnig taalgebruik en slechte daden en wijd je jezelf aan gebed, recitatie van de koran en goede daden. Gedurende deze vastenperiode moet je rein zijn van zowel lichaam als geest.
Dit is de maand van speciale zegeningen en vergiffenis van Allah. In deze maand werd het eerste vers van de koran geopenbaard via de profeet Mohammed .
In de koran zijn bepaalde uitzonderingen gemaakt, er zijn bepaalde groepen mensen die zijn vrijgesteld voor het vasten, die mogen het later inhalen wanneer ze kunnen:
De zieken, de reizigers of vrouwen met menstruatie, zwangerschap of borstvoeding gevende vrouwen hoeven niet te vasten.
Het vasten is goed voor je gezondheid, een training voor je spirituele opleving, koesteren van een broederschapsband voor alle mensen en moslims en een totale fysieke en mentale onderwerping aan de wil van Allah voor Zijn genoegen en bescherming.
Aan het einde van de vastenmaand vieren moslims over de gehele wereld ‘Ied-ul-Fitr’ met gebeden en feestelijkheden. (In Nederland vooral bekend onder de foutieve naam “ Suikerfeest”)
Het is de plicht van iedere moslim die volwassen is en bij zijn volle verstand is en een gezond lichaam heeft, eenmaal in zijn leven in de bedevaartstijd (de twaalfde maand van de islamitische kalender) op bedevaart te gaan naar de Ka’bah in Mekka en de gezegende plaatsen eromheen.
Een bezoek aan de heilige plaatsen versterkt de morele en religieuze gevoelens bij de mens.
Sociaal gezien lijkt de bedevaart op een internationaal congres waar allerlei mensen van verschillende nationaliteiten, kleuren en rassen bijeen komen. Dit geeft aan dat de Islam een religie is voor de gehele mensheid en niet specifiek behoort tot een bepaald land of bevolking.
De zes zuilen van de Imaan zijn
Het geloven in Allah omvat de volgende vier zaken:
– Het geloven in het bestaan van Allah.
– Het geloven in Zijn Roeboebiyyah (Heerschappij).
– Het geloven in Zijn Oeloehiyyah (alleenrecht op Aanbidding).
– Het geloven in Zijn Asmaa’ was Sifaat (Namen en Eigenschappen).
De eerste categorie van het geloven in Allah is dat we geloven in Zijn Bestaan. We geloven dat Allah bestaat en kunnen voor Zijn Bestaan vele bewijzen vinden.
We hoeven alleen maar om ons heen te kijken om dit bevestigd te krijgen: de perfectie van ons lichaam, de zon en de maan die elkaar afwisselen, de natuur die het hele jaar door een ritme doorloopt. Dat kan toch niet uit zichzelf zo ontstaan zijn? Gek eigenlijk, want hoe zou dit alles kunnen ontstaan zonder het bestaan van God? Een wetenschapper, Fred Hoyle, zei eens: “De kans dat leven op deze manier (doelend op de evolutie-theorie) tot stand is gekomen, is zo klein als de kans dat een tornado over een vuilnisbelt raast en daardoor een Boeing 747 samenstelt.”
De tweede categorie van het geloven in Allah is dat we geloven in de Heerschappij van Allah.
Allah is de Heerser over de hemelen en de aarde. Hij heeft alles geschapen en aan Hem komt alles toe. Hij heerst over alles en bezit alles. Alles wat buiten Allah is, is de schepping en Allah heerst over de gehele schepping, niks uitgezonderd. Allah zegt in de Koran: “En aan Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is. En Allah is voldoende als Beschermer.” (4:132)
De derde categorie van het geloven in Allah is dat we geloven dat alle aanbiddingen aan Allah toekomen. Niemand buiten Hem heeft recht op aanbidding. Dit is logisch als we bedenken dat Allah alles geschapen heeft. Laten we eens bedenken hoe dankbaar we iemand zouden zijn, wanneer we iets grootst, iets bijzonders van degene zouden krijgen? Zouden we degene niet altijd dankbaar blijven daarvoor? Zouden we niet alles voor degene doen als iemand ons bijvoorbeeld zijn oog schenkt, omdat we geen oog hebben? Laat staan Allah, Hij die ons alles heeft gegeven en blijft geven. Hij heeft dus alle recht op onze aanbidding.
De vierde categorie van het geloven in Allah is dat we geloven in de Namen en Eigenschappen van Allah die Hij aan Zichzelf heeft toegekend. Dit kunnen Namen en Eigenschappen zijn die in de Koran vermeld staan of die aan ons overgeleverd zijn door de Profeet (vrede zij met hem). Wij geloven in alle Namen en Eigenschappen zonder hieraan een hoedanigheid toe te kennen, het te verdraaien, het te ontkennen of het te vergelijken met een schepsel.
Wanneer je naar een beschrijving zoekt van Allah, dan is het beste antwoord wat we je kunnen geven: Surah Al-Ichlaas, een vers in de Koran.
Dit vers werd geopenbaard toen de mensen aan de Profeet (vrede zij met hem) vroegen wie Allah was. Het vers laat ons zien dat Allah de Enige God is en dat alles afhankelijk van Allah is. Allah heeft niks en niemand nodig, terwijl wij allen behoeftig zijn aan Hem. Ook leert dit vers ons dat Allah geen vader of moeder heeft en ook geen zoon of dochter en dat niets en niemand aan Hem gelijk is, in geen enkel opzicht.
Het geloven in de Engelen omvat vier zaken:
– Het geloven in hun bestaan.
– Het geloven in degenen die bij naam zijn genoemd, zoals Djibriel, en in degenen die niet bij naam zijn genoemd. Wij geloven dus in hen allen.
– Het geloven in hun eigenschappen waarvan wij (door Allah) op de hoogte zijn gesteld.
– Het geloven in hun daden waarvan wij (door Allah) op de hoogte zijn gesteld en die zij verrichten op bevel van Allah.
Hoewel de Engelen tot de wereld van het ongeziene behoren, geloven moslims in het bestaan van Engelen. Wanneer iemand het bestaan van Engelen zou ontkennen, zou degene de gehele islam ontkennen. Immers, de Engelen hebben een grote rol gespeeld bij de openbaring van de Islam.
De Engel Djibriel (Gabriel) bracht immers de Koran over op de Profeet (vrede zij met hem) en leerde de Profeet (vrede zij met hem) over de islam. Zo is er een hadith die ons dit laat zien. In deze hadith kwam de Engel Djibriel naar de Profeet (vrede zij met hem) die met zijn metgezellen zat en leerde hen over de islam.
Het geloven in Engelen houdt onder andere in dat we geloven dat zij uit licht geschapen zijn en dat zij Allah altijd gehoorzamen. We geloven in de taken van de Engelen, zo zijn er Engelen die onze goede en slechte daden opschrijven, er zijn engelen die de dode in het graf ondervragen en nog vele andere engelen met andere taken. Ook geloven we in hun namen, of deze bekend zijn bij ons of niet.
Het geloven in de Engelen, houdt niet in dat we hen dienen te aanbidden. Wij dienen immers alleen Allah te aanbidden. Engelen zijn slechts schepselen, zoals wij dit ook zijn.
Het geloven in de Boeken omvat vier zaken:
– Het geloven dat het waar is dat deze Boeken afkomstig zijn van Allah.
– Het geloven in de namen van de Boeken die bij naam zijn genoemd, zoals de Qur’aan, de Tauwrah en de Indjiel.
– Het geloven in de authenticiteit van hun berichtgevingen, zoals de berichtgevingen in de Koran, en de berichtgevingen van de voorgaande Boeken, voor zover deze niet zijn veranderd of vervalst.
– Het handelen naar de voorschriften ervan voor zover deze niet zijn opgeheven, het tevreden zijn ermee, het zich overgeven eraan, ongeacht of wij de wijsheid ervan nu begrijpen of niet. Alle voorgaande Boeken zijn overigens opgeheven met de komst van de Koran.
– Moslims geloven in de Boeken die door Allah geopenbaard zijn. Dit geloof richt zich natuurlijk op de Koran, maar ook op andere Boeken die Allah eerder heeft geopenbaard, zoals de Bijbel (Indjiel), Torah (Taurah) en de Psalmen (Zaboer). Ook geloven we dat er meerdere Boeken geopenbaard zijn door Allah, ook al hebben we hier geen kennis over.
Wat wel belangrijk is om te weten, is dat we geloven in de oorspronkelijk Boeken, zoals ze geopenbaard zijn. Helaas zijn de Bijbel, de Torah, de Psalmen en andere hemelse Boeken onderhevig geweest aan vele veranderingen. Deze Boeken kunnen dus niet meer het Woord van God genoemd worden.
Daarnaast zijn alle Boeken (en voorgaande religieuze wetgevingen) ongeldig geworden met de openbaring van de Koran. De Koran is regerend en dient door iedereen gevolgd te worden.
Het geloven in de Boodschappers omvat vier zaken:
– Het geloven dat hun Boodschap de waarheid is van Allah, de Verhevene. Wie niet gelooft in de Boodschap van slechts één van hen, heeft hen allemaal verloochend.
– Het geloven in hun namen waarvan wij (door Allah) op de hoogte zijn gesteld, zoals Mohammed, Ibrahiem, Moesaa, cIesaa en Noeh u.
– Het bevestigen van wat authentiek is van hun berichtgevingen.
– Het handelen naar de Wetten van degenen die naar ons zijn gestuurd. In deze tijd waarin wij leven is dit Mohammed vrede zij met hem, de laatste der Profeten die gestuurd is naar de gehele mensheid.
Moslims geloven in Profeten die door Allah naar de mensheid zijn gestuurd om het geloven in Allah te onderwijzen. Het bijzondere hiervan is dat alle Profeten met dezelfde, universele boodschap gezonden zijn: geloof in Allah, in God en in niemand anders en aanbidt Hem alleen. Deze boodschap stond altijd centraal, hoewel de religieuze wetgevingen daarbuiten wel van elkaar konden verschillen.
De moslims geloven natuurlijk in Profeet Mohammed (vrede zij met hem), zoals de moslims ook in de shahada getuigen. Moslims geloven dat Mohammed (vrede zij met hem) de laatste Profeet en Boodschapper is die naar de mensheid gezonden is. Mohammed (vrede zij met hem) is gezonden met een universele boodschap, die geldt voor de gehele mensheid.
Met de komst van Mohammed werden alle eerdere wetgevingen, waarmee andere Profeten gekomen waren, opgeheven. De boodschap waarmee Mohammed (vrede zij met hem) door Allah naar de mensen gestuurd is, is regerend en dient door iedereen gevolgd te worden.
Maar naast Mohammed (vrede zij met hem) geloven de moslims ook in andere Profeten, zowel de Profeten die bij naam bekend zijn, als de Profeten waarover geen kennis bekend (meer) is.
In de Koran staan 25 Profeten bij naam genoemd, maar er zijn veel meer Profeten naar de mensheid gezonden. De moslim gelooft dus ook dat Profeet Abraham (Ibrahim) bestaan heeft, Profeet Noach (Noeh), Profeet Adam, Profeet Jezus (Isa), Profeet Mozes (Moesa) en nog vele andere Profeten.
Er wordt vaak gesproken over Profeten en over Boodschappers. Deze twee benamingen lijken qua betekenis op elkaar, maar verschillen enigszins.
Een Boodschapper is een Profeet die met een geheel nieuwe wetgeving gestuurd is (zoals een nieuwe openbaring). Zo is Profeet Jezus (Isa) een Boodschapper, want hij werd met de Bijbel (Indjiel) naar de mensheid gestuurd.
Ook Mohammed (vrede zij met hem) is een Boodschapper, want hij werd met de Koran naar de mensheid gestuurd die een nieuwe religieuze wetgeving bevatte.
Een Profeet daarentegen wordt ook naar de mensheid gestuurd, maar de meesten van hen regeren met een bestaande religieuze wetgeving. Een Boodschapper is altijd een Profeet, maar een Profeet is dus niet altijd een Boodschapper.
Het geloven in de Laatste Dag omvat drie zaken:
– Het geloven in de Bacth (wederopstanding).
– Het geloven in de verrekening en de beloning.
– Het geloven in het Paradijs en het Hellevuur.
– Tot het geloven in de Laatste Dag behoort ook al datgene wat zich na de dood zal voordoen, zoals de beproeving in het graf, de bestraffing in het graf en de gunsten van het graf.
De Dag des Oordeels lijkt voor velen ver weg en sommige mensen lijken zelfs te denken dat het nooit zal plaatsvinden. Hoeveel mensen leven hun leven niet denkende dat er niks is nadat zij sterven? Zij denken dat dit leven het enige leven is wat ze zullen hebben. Allah zegt over hn in de Koran: ‘En Wij hebben de hemel en de aarde en wat daartussen is niet voor niets geschapen. Dat is een vermoeden van degenen die ongelovig zijn.’ (38:56).
De moslim niet, de moslim gelooft dat er op een dag een dag zal komen waarop iedereen beoordeeld zal worden op wat hij of zij tijdens zijn of haar leven deed.
De moslim gelooft in de woorden van Allah: ‘En voorwaar, het Huis van het Hiernamaals is zeker het echte leven, als zij het wisten!’ (29:64).
En eigenlijk is dit niet meer dan logisch. Wanneer zou anders alle onrecht die we op deze wereld tegenkomen, bestreden worden? Wanneer zou anders iedereen de straf krijgen die hem of haar toekomt? Het is zelfs rechtvaardig dat er een Dag des Oordeels komt.
Kijk naar de vele onschuldige mensen die gestraft worden, of die gedood werden of die onrecht aangedaan werden en die nooit hun recht hebben gehad.
En kijk naar de vele mensen die anderen onrecht aandeden, misschien wel hun hele leven lang. Er is een dag nodig waarop iedereen krijgt wat hem of haar toekomt. De dag waarop Allah, de Rechtvaardige zal rechtspreken tussen alle mensen.
Het geloven in de Dag des Oordeels behoort tot het geloof. Er valt veel over te vertellen, vooral ook over hoe deze Dag eruit zal zien en wat er zal gebeuren. Al blijft het een zaak wat tot het ongeziene behoort en we niets meer over weten dan wat er over in de Koran staat en in de Sunnah.
Het geloven in al-Qadr omvat vier zaken:
– Het geloven dat Allah op de hoogte is geweest van alle zaken, over het geheel genomen en gedetailleerd.
– Het geloven dat Allah dit heeft opgeschreven op al-Lawh al-Mahfoedh (de Bewaarde Tafel).
– Het geloven dat alle gebeurtenissen niet kunnen plaatsvinden, behalve met de Wil van Allah, de Verhevene.
– Het geloven dat alle gebeurtenissen op zichzelf, maar ook hun eigenschappen en bewegingen schepselen zijn van Allah, de Verhevene.
De moslim gelooft dat alles wat er gebeurt, voorbeschikt is door Allah. Alles is voorbeschikt, zowel hetgeen wat in onze ogen goed is, als hetgeen wat in onze ogen slecht is.
Met de nadruk op ‘in onze ogen’. Vaak overkomen ons dingen die in onze ogen heel slecht lijken.
We spreken dan over een ramp die ons overkomen is en hoe slecht dat wel niet is, maar we vergeten dan dat Allah het voor ons bepaald heeft en Allah weet het beste wat goed voor ons is.
Het is dus belangrijk dat we een sterk en oprecht geloof hebben in de voorbeschikking, zowel in het goede als in het slechte. En dat we onszelf hiermee overgeven aan Allah en weten dat niks zonder reden gebeurt.
Het bewijs voor de zes zuilen van Imaan
De volgende uitspraken van Allah:
“Het is geen vroomheid dat jullie je gezichten naar het oosten en het westen wenden, maar vroom is wie gelooft in Allah en het Hiernamaals en de Engelen en het Schrift en de Profeten.”
(Soerat al-Baqarah: 177)
“Waarlijk, Wij hebben alle zaken met al-Qadr geschapen.”
(Soerat al-Qamar: 49)
En vanuit de Soennah wat is overgeleverd in de overlevering van Djibriel u, toen hij de Profeet vrede zij met hem vroeg: “Bericht mij over (de betekenis van) Imaan?” Hij (de Profeet, vrede zij met hem) antwoordde: “Dat je gelooft in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en dat je gelooft in de voorbeschikking, zowel het goede ervan als het slechte.”
(Moeslim)